Cyclus

Ik zie mezelf over de grond kruipen. Op handen en knieën sleep ik me vooruit. De vloer is vuil. Ongedierte zoekt zich samen met mij een weg doorheen wat op een doolhof lijkt. Stof vliegt op als ik kreunend passeer. Ik grijp naar mijn onderbuik. Mijn gekruiste armen proberen de pijn uit mijn lijf te persen. Ik leun tegen de rekken die de ruimte vullen. Volgestouwde rekken. Mijn blik is ijl. Mensen slenteren voorbij terwijl ze iets voortduwen. Soms houden ze halt. Vaag zie ik hen iets van de rekken nemen. Hun woorden lijken over mij te gaan.

Ik zweet. Ik kronkel. Ik tier.

Water. Koud water. Ik voel koud water! Het dept zich met een doekje op mijn gezicht. Een warme stem. En nog een stem. En nog één. Ik voel de grond niet meer. De omgeving glijdt aan mij voorbij. Ik zie mensen. Ik zie rekken. Ik zie kassa's. Ik. Zie. Zwart.

©Haryanti Frateur

Reacties