Schorsenheer

Geachte heer

Ik wil wat aan u kwijt.
Aan u, de grote schorseneer.
Vooreerst, ik verklaar:
met uw smaak is heus niets mis.
U proeft heerlijk bij zowel vlees als vis.
Daarover heb ik geen commentaar.

Ook is uw geschiedenis iets dat ik bewonder.
De reis die u maakte vind ik heel bijzonder.
Dat u het Middellandse Zeegebied
zomaar speciaal voor ons achterliet.

Het deert mij tevens niet
dat u verliest een kleverig sap.
Men noemt u immers voor de grap
ook wel keukenmeidenverdriet.

Ik vind het eveneens voor u heel erge,
u bent tot misprijzen gedoemd,
dat u denigrerend een armeluisasperge
wordt genoemd.

Maar wat ik u wél wou laten weten:
Kan u alstublieft iets doen,
nadat ik van u heb gegeten,
het is echt geen fatsoen,
last heb van zovele scheten?

Ik dank u zeer
dat u, beste heer,
met enige urgentie
ons verlost van die
fameuze flatulentie.

Hoogachtend groet ik u,
Huisvrouw Marilu.

© Haryanti Frateur

Reacties